Onbarmhartig slaat ze de maat Ene, tweee, driee, viere Fout Over Ene, tweee, driee, viere Fout Over, over Je hebt niet gestudeerd, zegt ze, je hebt weer niet gestudeerd Ze zit een beetje gebocheld achter me De ogen priemen achter de brilleglazen De zwarte hoge schoenen met veters stampen de maat mee met de stok Ze ergert zich Discipline, zegt ze, en over, over, over Bij de zesde keer over gebeurt het De toetsen van de piano worden wazig M'n handen glijden in m'n schoot en ballen zich tot kleine onmachtige vuisten Nog een keer over, denk ik, en dan gebeurt er iets vreselijks Over En daar gaan ze, de vuisten Met al hun kracht slaan ze van links naar rechts over de toetsen En terug En nog een keer En nog een keer Dan sta ik op Mijn grootmoeder wil me tegenhouden maar ik grijp Haar stok waar ze niet buiten kan en smijt hem in de hoek van de kamer Ze zegt niks Haar lippen zijn stijf op elkaar geklemd Haar neusvleugels trillen De hand met de kromme vingers gaat langzaam omhoog Ze moet me slaan, denk ik, ze moet het doen De hand komt met kracht naar beneden maar remt vlak Bij m'n gezicht af en legt zich, als een bevend diertje, tegen m'n wang Kind, zegt ze, en dan nog eens Kind Ze schuift op mijn stoel achter de piano en begint te spelen Ik haal haar stok uit de hoek van de kamer en luister Haar handen grijpen als klauwtjes in de toetsen De romp beweegt zich wiegend van achteren naar voren En van links naar rechts Het witte knotje half los Vanonder haar handen vandaan springen de noten Hoogop de kamer in en blijven even trillend in de lucht Hangen voordat ze zich uitgezongen neerleggen op de kast Het bed Op de grond Het tempo wordt hoger en ze lacht Dan ineens is daar het akkoord dat fout gaat De misslag Ze schrikt, alsof er een afschuwelijk beest in haar vingers bijt Even luistert ze, alsof ze denkt dat het nog goed kan komen Dan slaat ze met een klap de piano dicht Ze ziet er uit als een boos heksje en pakt haar stok Nu zal het gebeuren, denk ik, nu zullen we het hebben Nu zal ze op haar stok gaan zitten en door het raam wegvliegen De witte haren wapperend achter zich aan De zwarte hoge schoenen met veters aan weerskanten bungelend Eerbiedig doe ik een stap achteruit om haar voldoende Ruimte te geven voor de start Grootmoeder, zeg ik plechtig, het spijt mij dat ik nooit gestudeerd heb En even later Het ga u goed Ze kijkt me argwanend aan en gaat moe in haar leunstoel zitten De volgende dag is ze dood Wil je grootmoeder nog even goeiendag zeggen, vraagt m'n vader Nee, zeg ik, dat heb ik gisteren al gedaan