Ik had ook mijn zakje knikkers Ik had wat anderen hadden Een paar stuiters en verder die gewone van klei Het was een van de eerste voorjaarsdagen Ik had mijn kniekousen opgerold tot op mijn klompen Ik was nog niet op school maar op het schoolplein werd na schooltijd geknikkerd Het knikkerkuiltje was vlak bij een van de wortels van de grote beuk We waren met z'n vijven Toen iedereen, zoals altijd voordat we begonnen, zijn eigen knikkers vergeleek met die van de anderen gebeurde het Een van de oudere jongens Harm Had de grootste en mooiste stuiter van allemaal Als je hem tegen het licht hield veranderden de figuren binnenin ieder ogenblik van vorm en kleur Ik mocht hem even vasthouden en zag dat alles wat ik ooit gedroomd of gehoopt had waarheid werd binnenin de stuiter Ik moest hem hebben Harm - zei ik - geef mij die stuiter Nee - zei Harm We knikkerden, maar Harm zette de stuiter niet in Hij hield hem in zijn rechter broekzak en won van me M'n knikkerzak was bijna leeg toen ik binnen moest komen Die nacht woonde ik in een grote glazen stuiter Ik rolde over de aarde Het landschap om me heen veranderde de hele tijd Ik danste over blauwe, groene en rooie draden die onder mijn voeten in elkaar overvloeiden Ik stapte niet mis want het was mijn wereld, mijn huis Ik moest hem hebben, de stuiter De volgende dag ging ik na schooltijd weer naar het schoolplein Het was miezerig weer en de beuk droop Harm - zei ik - geef mij die stuiter Nee - zei Harm We knikkerden en ik verloor mijn laatste knikkers aan Harm Toen ik binnengeroepen werd ging ik nog een keer naar hem toe Laat hem nog eens zien - zei ik Nee - zei Harm De volgende dag kon ik niet meedoen want ik had geen knikkers meer Ik stond tegen de beuk geleund te kijken Drie dagen lang De vierde dag kwam Harm over het schoolplein aangelopen Een lange, rooie worm tussen zijn duim en wijsvinger Doorschijnend kronkelend in de zon Net toen ik met iedereen weg wou rennen bedacht ik me Ik vloog op hem af en begon hem te slaan en te krabben Met z'n ene hand hield hij de kronkelende worm vast Met de andere probeerde hij me van zich af te duwen Híer met die stuiter - schreeuwde ik - smeerlap, viezerik De worm kronkelde voor m'n ogen Nooit nooit - schreeuwde Harm- alleen (en zijn gezicht veranderde in dat van de here der heerscharen die zich bewust is van zijn almacht) alleen als je de worm opeet Ik deed een stap achteruit Het schoolplein draaide Goed - zei ik Harm lachte Hij hield de worm boven m'n gezicht Ik deed mijn ogen dicht en dacht: Stuiter, wereld, huis, zon, draden van goud En slikte de worm door Toen ik mijn ogen opendeed was Harm witter dan ik Geef op, die stuiter - zei ik Hij gaf hem zonder een woord en liep weg Achter de beuk gaf ik over De worm leefde nog en verdween in het knikkerkuiltje Ik liep naar huis en verstopte de stuiter op een geheime plaats Ik heb nooit meer geknikkerd na die dag Ook heb ik nog maar een keer bijna overgegeven Dat was toen jij voor de grap een worm op mijn bord legde die je in je sla gevonden had Ik heb hem niet opgegeten Zo graag wou ik je niet