Vroeger toen er weinig was In het dorp waar ze groen als gras Van een prins met krullen droomde Zag mijn moeder toen mijn vader Elke zomeravond Onder de kastanje Stonden alle jongens Brandend van verlangen De een zei meidje, de ander zei wijf Het was niet beschaafd maar het had iets om het lijf Twee keer stampen op de vloer Zoals er in de wijde omtrek nooit meer is geweest Leg je handen op mijn heupen, kijk me blozend aan We dansen tot we niet meer kunnen staan
Al vanaf ik amper liep Vertelde mama voor ik sliep Een verhaaltje van het land Waar het leven hard maar goed was Zonder sterreclame En zonder tv Nu dansen de boeren enkel Nog voor het VVV Zeg het maar eerlijk als ik overdrijf Het ging er ruw toe maar het had iets om het lijf
Twee keer stampen op de vloer en er was een feest Zoals er in de wijde omtrek nooit meer is geweest Leg je handen op mijn heupen, kijk me blozend aan We dansen tot we niet meer kunnen staan
Met weemoed kijk ik soms nog om naar een tijd die nooit meer komt Niet dat alles koek en ei was Maar het was net of men met minder blij was Doe mij een plezier en denk die snackbar even weg En zoek naar woorden die mijn vader hier toen heeft gezegd
Twee keer stampen op de vloer en er was een feest Zoals er in de wijde omtrek nooit meer is geweest Leg je handen op mijn heupen, kijk me blozend aan We dansen tot we niet meer kunnen staan