Wat je al niet moet presteren om een vrouw te imponeren Om haar hartje te betoveren en haar liefde te veroveren 'k Weet het uit mijn jonge jaren, toen wij altijd bezig waren Met sportieve heldendaden, ik hem met mijn kameraden menigmaal zo'n strijd gestreden, ongelooflijk wat wij deden Om een meisjeshart te winnen, dat een ander ook wou minnen In een boom ben ik geklommen, door een moddersloot gezwommen Ik stal appels als een wilde, totdat ik van de buikpijn gilde Ja ik maakte zelfs een geintje met een stier, nou ja een kleintje Alles deed ik waar zo'n schat maar bewondering voor had
En weet je wie de minnaar was, de zoetste jongen van de klas Jij jokte niet, hij knokte niet en die werd favoriet Die kreeg van haar een zuurtje en onder 't twaalf uurtje Mocht hij haar hand vasthouden, zoo zijn de vrouwen
Maar er kwamen andere dagen, ik ging mij als man gedragen En droeg hoge puntjesboorden, die mijn ademhaling stoorden Stokken met vergulde knoppen, dassen met haardgele noppen En kon mij niet permitteren om een houding te forceren Zonder alles te ontwrichten, daarom pleegde ik gedichten Waar ik hart op smart liet rijmen en waar zij van moest bezwijmen Ik stond moonlightsongs te zingen, tot haar vensters open gingen En iets hards met boze kreten op mijn schedel werd gesmeten Ik zond haar bonbons en bloemen en kan nog de winkel noemen Die toen deelde in mijn sof want ik kocht ze op de pof
En weet je wie de minnaar was, een vent die versen schreef noch las Een rijke droge cijferpiet, die werd haar favouriet Zijn lichtgrijze bolletje sloeg mijn alpinopetje Met hem is ze gaan trouwen, ja zoo zijn de vrouwen
Om der vrouwengunst de delen, moet je vaak commedie spelen In den trant der ouwe draken, diepe zuchten slaken Over heengaan uit het leven doe of ze je wilt vergeven Door je scheerzeep in te slikken als je het handig in wilt pikken Kun je ook de bruut gaan spelen en wat stompen uit gaan delen Maar je moet een vent uitkiezen waar je niet van kan verliezen Zeg iets van haar mooie ogen ookal is het straal gelogen Zelfs al zijn ze loens met kringen want ze hoort graag van die dingen Fluister dat haar mond zo klein is ook wanneer het een ravijn is Als we waarheid spreken gaan heeft de liefde afgedaan
Toch als ze van je houden gaat dan is een vrouw nog niet zo kwaad Dan ziet ze in jou, stomme vent, vaak veel meer dan je bent Dan kookt zo'n vrouw je potje en vind ze 't een genotje Je sokken heel te houden, ja zoo zijn de vrouwen