Het was zome toen, de zon stond hoog, en de lucht was blauw En we dachten nog, dat het allemaal, wel zo blijven zou Samen hand in hand, liepen wij getwee, door het heidekruid En een vogel floot, zoals er vandag, zelden nog een fluit M'n dorp in de kempen, waar is nu de tijd Waar zijn al die jaren, van uitbundigheid
In z'n smidse song, Vic de smid zijn lied, altijd naast de toon Maar dat geeft echt niet, want dat waren we, zo van hem gewoon Sex bestond nog niet, of misschien ook wel, maar was van geen belang Want we waren toen, nog alleen maar wat, van de duivel bang M'n dorp in de kempen, waar is nu de tijd Waar zijn al die jaren, van uitbundigheid
En als het kermis was, speelde na de mis, onze harmonie Forse marsche muziek, voor een bak trappist, gedronken bij Julie En van klein tot groot, kende iedereen, toen nog iedereen Van den Bosberg, tot de Vennestraat, was je nooit alleen M'n dorp in de kempen, waar is nu de tijd Waar zijn al die jaren, van uitbundigheid