Foei mijn kleine Janneman Wat zijn dat voor manieres Met je chocoladehandjes In de bonbonniere O, jij kleine snoepertje Je doet moesje zo'n verdriet Kleine brave kindertjes Zijn zo ontdeugend niet Straks als paatje thuiskomt Zal hij Janneman bestraffen Juf zal boos zijn en de trouwe Fido nijdig blaffen Kijk, nu zit je met je vuile Handjes in je haar Veegt de chocolade Aan je schone boezelaar
Tranen? Tranen? Dus mijn kleine kleuter toont berouw Is je snoetje nog zo zwart J' hebt een lief klein eng'lenhart Lieve schat, je moesje Houdt zoveel van jou
Potverdikkie, kijk ereis Die zit me met ze jatte Midde in me suikerpot De klontjes uit je jatte Of je d'r in blijft wonen zeg? Jij stuk ellendelaar Waar zijne de twee spie die j' Van de buurvrouw hebt gekregen? Je hebt ze weer versnoeid, 'k zie Droppies an je vingers kleven Je had die centen in je Stenen varken motten doen Voor 'n paar nieuwe veters en Een lappie op je schoen
Tranen? Tranen? Smeer 'm nou met grienen malle soeg Laat dat janken nou maar sijn Hier heb je 'n spie, stuk sagerein De appies koken Haal je vader uit de kroeg
Als je vader daar straks thuiskomt 'k Wil het niet beleven Zal die je aardig effe Op je ponem geven Alles nascht ie op en Staat me uit te lachen Zo'n verschwarste piegem Zo'n frotte gesjmadde rache Moos blijf van de sausies De hommetjes en kuitjes Moos blijf van het soepevlees De bolussen en uitjes En het toppunt van dat alles Komt me daar nog na Zit me met z'n dadelpoten In de haringsla
Tranen? Tranen? Planjen nou maar niet meer ijz'ren Hein 'k Heb je toch nog geen eens gepatst Kom maar hier me fijne schatz Nog! Je moeder was maar giftig Voor de gein