Hoor wat zingt de wind in het woud En lispelt het kreupelhout mee Het liedje is nieuw, het liedje is oud Pipijn wordt 1002 De vleermuis die fliedert Fliep floep flieder fladdert Hoog in de halve maandag Pipijntje is koning Pipijntje wil honing En overal komt het vandaan
De tuureluur zingt, de nachtegaal slaat De lijster zingt hoog in een piek En elfen en feeen Die dansen benee-en En lachen en maken muziek De hert en het hamster De muizen en mollen Die hollen als hazen voor mij Pipijntje is koning Pipijntje wil honing En iedereen die brengt het hem blij
Zing hoezee en jippie jee Want Pipijn is 1002 De pimpelmees pimpelt, de buizerd die buist En de bij gaat van hennep naar hop De vlinder die vlindert Van winde naar winde En snoept uit de zoete klimop De duizenden beesten Tenminste de meeste De vlieg en de vink en de vos Ze brengen me honing Want ik ben de koning Want ik ben de bink van het bos
Zing hoezee en jippie jee Want Pipijn is 1002 Hennep en hop en zoetgeurende hei Zoete dophei, ajuin, akelei Zijn vol zoete honing En goed voor de koning En geven het gul aan de bij De kakkerlak jakkert Om mee aan te pakken Vuurvliegjes lichten hem bij En overal zoemen de muggen in koor En hun liedje is altijd voor mij
Zing hoezee en jippie jee Want Pipijn is 1002 De sijs en de mees en de mus en de merel Zin druk in de weer in het groen En luister, de lijster weet ook uit het duister Een duit in het zakje te doen De spin met de spikkeltjes Smikkeltje smikkeltjes komt uit zijn warme web Hij draaft met mijn honing Naar mij toe, de koning En zegt: dat is al wat ik heb
Zing hoezee en jippie jee Want Pipijn is 1002 Zing hoezee en jippie jee Want Pipijn is 1002