De een heeft zijn levenlang last van de luizen De ander van vlooien, een derde van muizen Bij de vierde zijn 't muggen die hem aldoor hinderen Maar ik heb voortdurend zo'n hinder van kinderen Op ied're stoeprand, bij wijze van spreken Daar zie ik een kind dat niet over durft steken Dan moet je zo'n uk naar de overkant brengen Per slot zijn die auto's gevaarlijke krengen Maar net als ik hem bij zijn handje wil pakken Zie ik het gezicht van een dame verstrakken Dan laat ik dat kind haast weer los van de schrik Die dame heeft zo'n eigenaardige blik
En dan voel ik me schuldig, want er stond in de krant 'Er is weer een jochie van zes aangerand' En dan loop je niet lekker, met een kind aan je hand Want al ben je onschuldig, toch is het genant
Net ben ik een andere straat ingeslagen Dan komt een klein meisje een dienst aan me vragen Meneer, zoudt u effetjes aan willen bellen Wie zou er zo'n peuter teleur kunnen stellen Ik stap in 't portiek, dat gehuld is in 't duister Ik druk op de bel, en ik wacht en ik luister En strijk onderwijl langs die peuter d'r krullen Ach, eigenlijk meer om de tijd wat te vullen Terwijl ik verstrooid langs dat haar sta te strijken Passeert er een dame en ik zie d'r zo kijken En 'k zie me daar staan met die kleuter van vijf Je zou kunnen zeggen: ze staan lijf aan lijf
En dan voel ik me schuldig, is dat niet frappant Al heb ik nog nimmer een vlieg aangerand Ik heb van mijn leven geen kleuter verkracht Maar ik hou wel van kinderen en dat is verdacht
De laatste tijd heb ik steeds vaker ervaren Je moet bij die kindertjes afstand bewaren Een kind van jezelf gaat nog net op het nippertje Een kind van je zuster, dat is al een slippertje Ik ben dus van plan om mijn lot te verlichten En zelf binnenkort een gezin te gaan stichten Een ongetrouwd man is altijd verdachter Die houden ze eerder voor kinderverkrachter Let op als ik straks met mijn kleintje ga wandelen Dan zullen de mensen mij anders behandelen En als er dan ooit nog een vrouw naar mij staart Dan aai ik mijn kinderen, heel doodbedaard
Want ik voel me onschuldig, en ik zeg met een snauw "Hup Annemarietje, ga naar die mevrouw En zeg keurig netjes, als zij je iets vraagt Mijn pa is onschuldig en ik ben nog maagd"