Het is begonnen met die advertentie Die ik es een keertje in de krant zag staan Schafte u zich reeds een tweede auto aan En dat had ik nog niet gedaan Ik ben toen gauw een tweede wagentje gaan kopen En al spoedig ook een tweede teevee Want op 1 been kun je niet lopen Nee dat is zo'n armetierig idee Toen nam ik overal een tweede van, wat maar naar status rook Een tweede huis, een tweede jacht, een tweede psychiater ook Ik dacht, ik heb er altijd hard voor moeten werken Dus waarom zou ik mijn bestedingen beperken En na de aankoop van mijn tweede Stradivariusviool Ging ik meteen weer naar een hele andre winkel Ik zei: Meneer, is een juke-box ook een statussymbool En hij zei: Ja En ik zei: O Geef mij d'r twee Wat hij toen dee
O wat was het confortabel bij mij thuis 's Avonds bij twee open haarden, en twee netten op de buis En dan voelde ik mij dubbel zo ontspannen Met mijn twee mannen, ja want ik had ook twee mannen Het waren allebei bijzonder knappe heren En 'k was zo blij, dat ik me die kon permitteren Want dat geeft toch zo'n gezelligheid in huis O wat was het confortabel bij mij thuis
En ondertussen ging ik door met kopen Spoedig kocht ik ook een tweede tennisbaan En ik schafte mij een tweede teckel aan Want dat had ik nog niet gedaan Er bleef zo hier en daar nog wel een gaatje open En daarom kocht ik ook een tweede swimmingpool Want op 1 been kun je niet lopen Nee dat is zo'n armetierig gevoel Maar als ik thuis kwam van het winklen, zwaar bepakt en zwaar bevracht Dan lag mijn ene man te dommelen op mijn tweede berenvacht En zat mijn tweede op mijn tweede poef te gapen Want meestal hadden ze niet al te best geslapen Dat komt, dat bed dat ik toen had was ietwat aan de nauwe kant En daarom ging ik naar een goeie beddewinkel Ik zei: Meneer, is een hemelbed een statussymbool En hij zei: Ja En ik zei: O Geef mij d'r twee Wat hij toen dee
O, wat was het bij mij thuis geriefeluk Want ik had nu ook twee bedden, en dat scheelt meteen een stuk En nu sliepen we heel diep en heel tevreden Ik in het ene en mijn mannen in het tweede Ik hield zo innig van mijn beide lieve vrinden Die het ook samen steeds uitstekend konden vinden En we bloeiden en we blaakten van geluk O, wat was het bij mij thuis geriefeluk
't Was dus een slag Toen op een dag Mijn beide mannen onverhoeds de benen namen Ze zeiden: Nel Het spijt ons wel Maar after all bevalt het ons toch beter samen Ze zijn gaan wonen in een flat in Vinkeveen En daar hebben ze nu maar van alles 1 1 Tandeborstel En 1 washandje En 1 scheerapparaat met 1 tondeus En voor mijn part krijgen ze allebei een tweeling door hun neus Ja daar blijf ik altijd nog op hopen Want op 1 been kun je niet lopen