Als ik door de stad loop te dwalen Met Kerstmis alleen, ver van huis Dan denk ik met weemoed terug aan die tijd Aan dat heerlijke Kerstfeest, als kind bij ons thuis
refr.: Decembernacht, een groene boom, brandende kaarsen Een kinderstem die zachtjes zingt 'Heilige nacht' En door 'n waas van eng'lenhaar en zilv'ren slingers Zie ik de sneeuw, die langzaam neervalt op de gracht Boven de stad klinkt 't geluid der bronzen klokken 't Daalt als een stille vredesboodschap op ons neer Ik voel ontroering en ook vreugd' Wanneer 'k terug denk aan m'n jeugd 'k Vergeet nooit dat mooie Kerstfeest van weleer
Ik monsterde aan en ging varen Maar waar ik ter wereld ook kwam Dacht ik in die donkere dagen voor Kerst Steeds met spijt in m'n hart aan m'n mooi Amsterdam
refr.
Ik was nog zo jong, onervaren De dag dat ik Mokum verliet Maar hier in de vreemde, m'n mooi Amsterdam Besef ik pas goed wat ik daar achterliet
Boven de stad klinkt 't geluid der bronzen klokken 't Daalt als een stille vredesboodschap op ons neer Wanneer 'k terug denk aan m'n jeugd 'k Vergeet nooit dat mooie Kerstfeest van weleer