Bruid en bruigom, hand in hand Van tsjingelingela, van tsjingelingela Rijden langs de velden Door hun mooie lieve land Van tsjingelingela, van tsjingelingela Naar hun eigen pand. Wapperende linten en kleurige wielen Hots botst de wagen en klaphoeft het paard Blozende snoetjes en jolige boeren Hebben zich rondom het bruidspaar geschaard Van tsjingelingela, van tsjingelingela Van tsjingelinge, linge, lingela
Bruid en bruigom een van zin Van tsjingelingela, van tsjinge1ingela Tintelen van verlangen Zien verrukt de toekomst in Van tsjingelingela, van tsjingelingela Zijn nog in 't begin Oogjes die lonken en kussen die klinken Hoog straalt de zon en blij gaat hun lach En op het land wuift het rijpende koren Zegenend hen toe op deze feestlijken dag Van tsjingelingela, van tsjingelingela Van tsjingelinge, linge, lingela
Bruid en bruigom hoog bejaard Van tsjingelingela, van tsjingelingela Rijden met hun beidjes Gaan met 't oud en dampig paard Van tsjingelingela, van tsjingelingela Door hun eigen gaard Mondjes die murmelen en oogjes die tranen Wangetjes rimpelig en ruggetjes krom Wensen zij samen in heimelijk verlangen Die zalige dagen van bruidstij weerom Van tsjingelingela, van tsjingelingela Van tsjingelinge, linge, lingela