Ben jij mijn stad, zo koud en kil Je grachten en je straten Van god en mens verlaten Je kroegen leeg, je klokken stil Het is zo vroeg, nog nauwelijks licht Ik hoor de vogels fluiten Ik ril en stap naar buiten En de deur slaat als een valbijl dicht
Het is lente en ik moet vrolijk zijn Maar na een nacht als deze Kan ik slechts dronken wezen En wachten op de eerste trein
Hoe kan een nacht zo donker zijn Zal ik het ooit vergeten Ik had het kunnen weten Dat dit de laatste keer zou zijn Toch had ik nooit nee nee nooit van jou gedacht Dat jij na al die dagen Me zo maar weg zou jagen Wat had je dan van mij verwacht
Ik voel me naakt hier op dit plein Dat in de vroege morgen Nog voor geen troost kan zorgen Dus rest me slechts de eerste trein
Ik ben alleen en zo alleen Blijf ik met al mijn zorgen Hier in de kille morgen Ga ik gewoon maar ergens heen Hoe erg ik alles nu ook vind Ik zal je wel vergeten Want nu pas kan ik weten Niet nee niet ik, maar jij was nog een kind
Toch konden wij gelukkig zijn Zolang totdat we samen Tot de ontdekking kwamen We nemen niet, o nee we nemen niet dezelfde trein