"Dames en heren, geachte gemeente, schuim en schorem Ik wil nu onze eigen godin der deugdzaamheid verzoeken om voor te gaan in 't zingen van een psalm Een psalm, ons allen welbekend: Hoempapa."
"Dat is het enige wat je hoeft te doen Nou, nou, nou zeg Tsjongejonge, als ze een beetje sneller gaat zitten dan kan ik gaan beginnen. Zijn we er klaar voor, dan? Oke."
Staan ze die ballade te kwelen aan de kade Dan weet je dat de kelen gesmeerd zijn met bier Waar ze over zingen, zijn hele rare dingen Wie weet wat 't betekent, die meld dat maar hier
Hoempapa, hoempapa, zo gaat 't lied Hoempapa, hoempapa, wie kent 't niet Is'r een mens die d'r niet van geniet Van effe hoempapa
Percy was een baassie, die lustte wel een glaassie Maar keurig als 'ie was, zoop 'ie in het geniep Zat die kale jonker weer dronken in 't donker En droomde dat een rondborstig type bij 'm sliep
Hoempapa, hoempapa, zo gaat 't lied Hoempapa, hoempapa, wie kent 't niet Hoe komt z'n neus toch zo rood als een biet Door teveel hoempapa
In haar mooie kleren gaat Shelley paraderen En laat ze aan de heren haar enkeltjes zien Hoger gaan de rokken, alleen voor wie kan dokken En elke sjarretel, die kost een penny of tien
Hoempapa, hoempapa, zo gaat 't lied Hoempapa, hoempapa, wie kent 't niet Geef 'r contant, ze doet niet aan krediet Niet voor haar hoempapa
't Meisje dat zo groen was, die wist niet wat een zoen was Dat leerde haar een kerel, en nog heel veel meer Na een tijdje grienen, dacht zij: Ik wil verdienen Ja, nou springt ze in 'n bedstee en ze zit er oke
Hoempapa, hoempapa, zo gaat 't lied Hoempapa, hoempapa, wie kent 't niet Vroeger was zij nog zo'n magere spriet Nu heeft ze hoempapa
Staan ze die ballade te kwelen aan de kade Dan weet je dat de kelen gesmeerd zijn met bier Waar ze over zingen, zijn hele rare dingen Wie weet wat 't betekent, die meld dat maar hier
Hoempapa, hoempapa, zo gaat 't lied Hoempapa, hoempapa, wie kent 't niet Is er een mens die d'r niet van geniet Doe mij maar hoempapa