Dit is de rap van de warme bakker Hij zwoegde hard voor zijn dagelijks brood Dit is de rap van een arme stakker Die aan zijn vrouwtje geen liefde meer bood
Ja, dit is nu het rapje van die ene warme bakker Die bewuste arme stakker Die maar pruttelde en zweette als een paard Al heel diep in de nachten maakte hij zijn zoete broodjes Pas voor kinderen en voor grootjes Maar ook elke nacht een speciale taart
Want daarmee wou die vent zijn vrouw een beetje blijer stemmen En haar razernij wat temmen Yeah, want oh, oh, oh, wat was ze kwaad Door al zijn harde werken en zijn onverdroten zwoegen Smaakte zij nooit het genoegen Van het hoogtepunt der huwelijkse staat
Al jaren bakte hij maar voort en dacht niet aan ’t verrichten Van zijn huwelijkse plichten Maar dat arme vrouwtje was toch niet van hout Dus na verloop van tijd beraamde zij heel snode plannen Met een serie vreemde mannen Ja, jij kon het zien aankomen : dat liep fout
Zo kreeg die dame liefde tot ver over beide oren En geen mens die haar kwam storen Want haar man dacht zij : ach wat, die werkte wel Maar plots kwam voor de oven ’t Bakkertjes gevoel weer boven Dus, hij ijlde als bezeten naar het slaapvertrekje, ja, toen ging het snel
Dit is de rap van de warme bakker Hij zwoegde hard voor zijn dagelijks brood Dit is de rap van een arme stakker Die aan zijn vrouwtje geen liefde meer bood
Daar in zijn bed zag hij de blote rug van Jan de slager En wat centimeters lager Zag hij ook het zwetend kopje van zijn vrouw Hij sprak niet over ontrouw en hij sprak niet over scheiden Maar al snel voelden die beiden Hoe ons bakkertje zich op hen wreken zou
Hij bracht ze naar zijn bakkerij en rolde ze door bakmeel Gist en weet je elk bestanddeel Dat normalerwijze zo bij ’t bakken hoort Daarna schoof hij ze grijnzend als pasteipoppen in de oven Nee, het was niet te geloven Maar zijn wraak was zoet, zijn wraak was ongehoord
Dit is de rap van de warme bakker Hij zwoegde hard voor zijn dagelijks brood Dit is de rap van een arme stakker Dit is de rap van een arme kloot
Hij heeft ze toen doordat die fanatiek de oven porde Lekker bruinig laten worden En nam beiden daarna grinnikend eruit Hij zette ze, na z’ eerst nog in een suikerbad te soppen Als twee peperkoeken poppen Dicht tegen elkander voor de winkelruit
Daar stond het lieve vrouwtje met haar kleine bruine borstjes Ze waren donkerbruine korstjes Ongeprijsd maar wel vooraan in de vitrine En vlak tegen haar aan daar stond die blote slome slager Doorgebakken en graatmager Voor één ieder die maar kijken wou te zien
Ja, bent u dus getrouwd en denkt u enkel maar aan werken Laat dit drama u dan merken Wees voorzichtig en verwaarloos nooit uw vrouw Want vroeg of laat zult u haar dan ineengestrengeld vinden Met één van uw beste vrienden Die met graagte doet wat u maar steeds niet wou
Dit was de rap van de warme bakker Hij zwoegde hard voor zijn dagelijks brood Dit was de rap van een arme stakker Die aan zijn vrouwtje geen liefde meer bood