Vijfentwintig tinnen soldaten lagen in een doos Ze deden het deksel open Ze gingen een eindje lopen Want ze lagen er al een poos En daar gingen ze, twee aan twee Maar een soldaat bleef achter Want die kon niet met ze mee Hij hield de tinnen soldatenwacht Soldatenwacht, soldatenwacht Helemaal alleen Op zich is dat niets bijzonders Maar hij had geen rechterbeen Toch was hij flink en zeer kordaat De standvastige tinnen soldaat Toch was hij flink en zeer kordaat De standvastige tinnen soldaat
Vierentwintig tinnen soldaten liepen door de gang Ze liepen te paraderen Met sabels en geweren En ze waren voor niemand bang En daar gingen ze, zij aan zij Maar een soldaat bleef achter Want die hoorde er niet bij Hij hield de tinnen soldatenwacht Soldatenwacht, soldatenwacht Daar stond-ie stram en fier Toen hij een danseresje zag Geknipt uit wit papier Hij zag haar op de tafel staan In haar prachtige tulen gewaad Hij keek haar vol verlangen aan Die standvastige tinnen soldaat
Ze stond op een voet Alsof ze ging dansen Zo zag hij haar staan met haar armen opzij Een tinnen soldaat kan zich echter vergissen Want hij dacht dat zij 't zelfde gebrek had als hij Beiden een been Dat kwam dus goed uit Waar vond hij ter wereld een passender bruid Maar op een dag blies de wind door de luiken en gordijnen En speelde met de planten en de prenten aan de muur En hij joeg het danseresje in de richting van de haard En daar verdween zij zomaar in het open vuur
Vierentwintig tinnen soldaten stonden op 't tapijt Hoe kon dat nou gebeuren Ze stonden daar te treuren Want ze waren hun makker kwijt Ach, wat waren ze overstuur Toen hij zijn danseresje Achterna ging in het vuur Nu was hun tinnen soldatenwacht Soldatenwacht, soldatenwacht Niet meer zo alleen Hij was bij zijn geliefde En zo gingen ze samen heen Zo stierf hij flink en heel kordaat Die standvastige soldaat Zo stierf hij flink en heel kordaat Die standvastige soldaat