KAARS 1: Een echte kaars, zoals ik, is van bijenwas gemaakt Dat zie je aan mijn huid, aan de glans en de kleur Daarom brand ik zo kalm Zonder stuitende walm En ik verspreid dan ook geen hinderlijke geur Maar je ziet de laatste jaren vreemde kaarsen - Van die gedrochten, och, ik vind het allemaal best Maar ze branden een kwartiertje en dan zie je ze al smelten En ze stinken en ze lekken ook
KAARS 2: Da's leuk gezegd. Moet je zien, ze is van bijenwas gemaakt Misschien heb ze het warm, of misschien is ze gek En al ben ik dan voor haar misschien een vreemd exemplaar Ik kan mezelf bedruipen as ik lek Want ik heb geen enkele boodschap aan die dame Ik blijf mezellef en ik ga me eige weg En al brand ik dan wat korter, nou, dan eve goeie vrienden As me pit het niet meer doet dan heb ik pech
KAARS 1: Je bent een schande voor de naam van de familie En een belediging voor onze dynastie KAARS 2: Ik heb tenminste nog een kleur En ook een frisse dennegeur Maar U bent iemand zonder greintje fantasie KAARS 1: En wat weet jij dan wel van schrijn en tabernakel Ben jij getuige van het Heilig Sacrament KAARS 2: Ik sta gewoon op een dressoir In plaats van in een kandelaar En om die poespas in de kerk geef ik geen cent
KAARS 1: Je bent een prul. Heel gewoon. Typisch iets van deze tijd Je hebt met al je praats geen idee van cultuur KAARS 2: Kijk, daar geef ik niet om KAARS 1: Nee, daarvoor ben je te stom KAARS 2: Maar toch slaan ik met de kerst geen gek figuur KAARS 1: Wat? Ze moesten jullie soort maar eens verbieden KAARS 2: Nou, dan schrijft U toch een keer naar Koning Klant KAARS 1: Ik weet heus wel wat ik doen moet, dat hoef jij me niet te zeggen KAARS 2: Toch ruikt bijenwas een beetje penetrant
KAARS 1: Lieve kind, je ruikt je eigen paraffine En die verf, die stinkt natuurlijk helemaal KAARS 2: Toch zien ik iets wat U niet ziet Ik meen het, ik vergis me niet KAARS 1: Je ziet ze vliegen, maar dat vind ik heel normaal KAARS 2: As ik het wel heb, staat U schandelijk te druipen KAARS 1: Dat is niet waar. Er is geen druppeltje te zien En door je eigen slechte licht Mankeert er iets aan je gezicht KAARS 2: Toch is het waar. En U wordt korter bovendien KAARS 1: Een echte kaars, zoals ik KAARS 2: Is van bijenwas gemaakt Maar het gaat U niet goed, of zien ik het verkeerd KAARS 1: Ja, natuurlijk, ik brand Er is niets aan de hand Wou je zeggen dat er iets aan mij mankeert KAARS 2: Nou, mankeren. 't Is maar net hoe je 't wil noemen KAARS 1: Lieve hemel KAARS 2: Ja, ik zeg het toch, U slinkt Kijk, ik zal er niet om lachen en ik zal er niet om grienen Maar die stank komt niet van bijenwas en niet van paraffine Maar wel van eigen roem Want die stinkt