Wat hebben we gelachen in de vijfde klas Met onze leraar Duits, die ouwe van der Plas De slechtste pedagoog die er te vinden was Z'n stem klonk wat versleten Als hij met grove kreten Ons wees op onze cijfers en ons bandeloos gedrag Maar niemand die zich stoorde Aan al die lege woorden Tot hij tenslotte uitgeteld Door ons geslepen zwaard geveld Ons zwijgend en vertwijfeld in de ogen zag
In een van die gehorige En veel te dure flatjes Woonde hij heel netjes Met zijn kleine, stille vrouw En een dikke, witte kater Maar dat wist ik pas veel later En elke avond kwam ze met diezelfde vraag Hoe was 't op school vandaag Dan zei hij: o, gewoon En vroeg ze: moet je thee Dan zei hij: graag
Wat hebben we gelachen in de vijfde klas Met onze leraar Duits, die ouwe van der Plas Die nooit eens voor een goeie grap te vinden was Hij gaf niet om decorum Hij schold ons uit voor schorum En zwaaide met z'n kleine witte vuisten in het rond Hij raasde en hij tierde Terwijl wij om hem gierden Tot hij tenslotte uitgeput Voor onze aanval onbeschut Z'n blikken door het venster naar de hemel zond
In een van die gehorige En veel te dure flatjes Zat hij 's avonds netjes Met zijn kleine, stille vrouw Wat stilletjes te eten Maar dat kon je toen niet weten En na de afwas kwam ze met diezelfde vraag Hoe was 't op school vandaag Dan zei hij: o, gewoon En vroeg ze: moet je thee Dan zei hij: graag
Wat hebben we gelachen in de vijfde klas Met onze leraar Duits, die ouwe van der Plas Die op de laatste schooldag toch wel aardig was Hij schudde onze handen En zei, tot onze schande Dat hij hoopte nog eens iets van ons te horen, als het kon -
In een van die gehorige En veel te dure flatjes Ontving hij mij heel netjes Met zijn kleine, grijze vrouw En een ouwe, witte kater Maar dat was jaren later En tijdens het gesprekje zei hij plotseling wat vaag Ik mocht jou toch wel graag Z'n vrouw stond peinzend op En vroeg me: wilt U thee En ik zei: graag