'k Zat in de tram, in Rotterdam Toen er een dame binnenstapte Die mij op m'n eksterogen trapte Met d'r hakken van d'r schoen "O, pardon", zei ze toen
Vlak neven mij, ging zitten zij Ze zat te kriebelen aan m'n tenen "Schei maar uit", zei ik halfluid Want de kriebel is er uit
Ze zei: "O, vent, 'k weet wie je bent Jij bent Dumas, die liedjeszanger En als je lust hebt met me uit te gaan Dan moet je om acht uur in de Passage gaan staan"
Ik zei: "Da's goed, dag leuke toet Ik wacht tot acht uur maar niet langer Kom op tijd, dan gaan wij aan den rol M'n vrouw is juist op reis, ik heb zo'n lol" Die lieve meid, die was op tijd Precies zoals ze had gezeid
We gingen hier, we gingen daar Bezochten vele bioscopen De ene uit, de ander ingelopen En zo werd het op de duur Ongeveer twaalf uur
Ik zei: "Juffrouw, wat denkt u nou Vindt u de tijd nou niet gekomen Om elkaar wat beter te verstaan" En ik riep een bakkie aan
Ik zei: "Koetsier, doe me een plezier Je moet bijzonder langzaam rijen Want die juffrouw is een beetje zwak En ze kan niet tegen het schudden van jouw bak"
Hij zei: "Kedin, stap er maar in Als het maar een goeie fooi kan leien" En we zaten knusjes met z'n twee Ik deed de gordijntjes naar benee Ze zei: "Da's goed, wat jij daar doet Want je hebt zo'n populaire snoet"
Ik was verbluft, en half versuft Toen ik in een hotel ontwaakte En de juffrouw, waar ik kennis mee maakte In de kamer niet meer vond 'k Riep de kelner terstond
Die zei: "Meneer, het spijt me zeer De juffrouw heeft niet eens ontbeten" En voordat ik wist wat er passeerd' Had zij hem allang gesmeerd
De vent ging heen, liet mij alleen M'n portefeuille was verdwenen Maar ook alles, ja, alles was naar de maan En ik dorst niet naar de politie te gaan
Ik wist geen raad, ik was zo kwaad Ik stond te sidderen op m'n benen Ik ga nooit meer met zo'n meid op sjouw Voortaan slaap ik bij m'n eigen vrouw Dat is secuur, en niet zo duur Als m'n jongste avontuur