refr.: Rozen zo rood, rozen bij dozijnen Talken van liefde, la flibe l'amour Always en eeuwig, altijd En toujour
Er was eens een meisje van negentien jaar Ze hield van de liefde en deed nogal Aardig wanneer ze een man zag op straat En voegde bij woorden direct maar Gedachten, in perken van eer en fatsoen Ze bloosde bedeesd bij een zalige Ruiker van rozen, uit eeuwige trouw Na het zeer tijd'lijke: ik hou van
refr.
Ons meisje ging toen met een heer naar een bal Ze dronk veel champagne en liep in de Regen naar huis in een wilde galop En kwam van de regen alras in de Kerk, waar zij huwde met veel pracht en praal Maar zie, na een wijle ging hij aan de Slag en met drank zocht hij elders z'n troost Triest bleef zij achter, alleen met haar
refr.
Dus meisjes, onthoud de moraal van dit lied Hou wel van de liefde maar trouw liever Vlug en kordaat met de man van je keus Dan neemt het noodlot je nooit bij De mantel der liefde, die glanst als vernis Dus, doe je best het gaat toch altijd Goed, als je let op de stem van je hart Dan gaat je liefdespad steeds over