refr.:
Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw
Je vraagt je steeds af: is zij me wel trouw
En als ze eindelijk in je armen rust
Dan zijn er weer kapers op de kust

Wees verstandig en trouw niet gauw (he)
Maar nooit met zo'n mooie vrouw (he)
Anders heb je een reuze last (he)
Ben je in je eigen huis te gast (he)
Trouw je toch met zo'n mooie juf (he)
Prakkizeer je je steeds weer suf (he)
Heb ik dit nu wel goed gedaan (he)
Hoe zal dit nu verder gaan (he)

Want

refr.

En als ze zeggen: je hebt geen smaak (he)
Want dat gebeurt toch maar al zo vaak (he)
Nou zeg dan: "Ik heb geen mooie vrouw (he)
Maar zij blijft mij voor altijd trouw" (he)

Want

refr.

Hahahahaha, he man, moet je horen
Ik zag je vrouw gisteren
Met wie, Hahahahaha
Nee ik zeg het je lekker niet

Want

refr.