refr.: Oh stad aan de Waal, oh stad aan de Waal Oh ik ken er enkel smart Toch gaat ze met mijn hart aan de haal Al breken ze je huizen af en vreten ze je kaal Al kraak je in je voegen Huil ik in je kroegen Schep ik geen genoegen in die rotzooi allemaal Er is maar een (er is maar twee) Er is maar drie (er is maar vier) Er is maar een zo'n stadje aan de Waal
Ik weet niet waar ik ben geboren Ach ja dat weet ik trouwens wel Maar dat wil ik niet meer horen Het was er namelijk een hel Ik ben uit arremoei gaan zwerven En had het noodlot bij de hand Mijn hele toekomst lag aan scherven Ik huilde dolend door het land
refr.
Ik trok langs bergen en langs dalen Over weggetjes van zand en steen Ik zong mijn droevige verhalen Tot groot vermaak van iedereen Toen zag ik op een mooie morgen Die fraaie stad aan de rivier En hup! Daar gingen al mijn zorgen En sta ik dus te zingen hier
refr.
Ik dacht: dit is een paradijsje Ik blijf hier tot de eeuwigheid Ik trof er zelfs een keer een meisje Maar raakte haar terstond weer kwijt Het is hier net als overal hoor Toch heb ik nooit zoveel gehad Ik zeg publiekelijk: ik val voor Die onweerstaanbaar mooie stad
refr.
Er is dus hier wel vaak ellende Waar ik, al wil ik, niks aan doe Want hoe de stad me ook verwende Ze sloeg meedogenloos vaak toe Maar wordt het mij eens zwaar te moede Wel mensen hoor dan mijn moraal Er is een doekje voor het bloeden Dat is gelegen in de waal
Dus spring in de Waal Dus spring in de Waal Oh het is toch enkel smart Toch gaat ze met mijn hart Aan de haal Al breken ze mijn botten En al vreten ze me kaal En als ik ben gesprongen Zit er water in mijn longen Dan denk ik tsjonge-jonge wat een rotzooi allemaal Er is maar een (er is maar twee) Er is maar drie (er is maar vier) Er is maar een zo'n stadje aan de Waal