Bonsoir gij allen, bien bonsoir Hier ziet u ons steeds bij elkaar Wat geeft het of 'k ons naam hier zei; Bepaald kent u ons allebei En weet u soms niet wie wij zijn Luistert dan goed naar ons refrein
refr.: Dat is de grote, dat is de kleine Wij zijn twee nette jongens maar wij zijn twee fijne Dat is de grote, dat is de kleine Wij zijn twee nette jongens maar wij zijn twee fijne
In concert, theater, variete Ziet men nooit een van ons, steeds twee En in de pauze wand'len wij Gracieus en net de lui voorbij Men fluistert dan: "Och, kijk eens aan; Zie je die twee gearmd gaan?"
refr.
Laatst van een fuif naar huis gegaan Zwierden wij tegen ieder aan Maar eind'lijk kwam d'politiemacht; Wij werden naar 't bureau gebracht Veel volk liep ons achterna En schreeuwde alle luid: "Hoera!"
refr.
Eens op een heel groot bal masque Dansten wij ook gemaskerd mee Hij als os en ik als konijn; Dachten wij onbekend te zijn Maar eensklaps roept een: "Kijk eens aan; Zie je die twee daar dansen gaan!"
refr.
Ook Amor staat ons steeds ter zij Bij liefde en bij vlijerij Zo menig meisje uit de stad Wou wel dat zij zo'n vrijer had Maar steeds staat Pa ons in de weg En waarschuwt dan met overleg