Wanneer de woorden die ik spreek Kapotgebezigd zijn en bleek Zichzelf oneindigmaal herhalen En ziek van onverschilligheid De tekens van een nieuwe tijd In termen van weleer vertalen Wanneer ervaring wordt herkauwd Tot zij als wijsheid wordt beschouwd Dan weet ik dat ik oud zal zijn Weet ik dat ik oud zal zijn
Ik heb nog nooit de tijd gevreesd Die rimpels in mijn huid zal maken Maar doet hij droog en zoutloos smaken Wat fris en pittig is geweest Dan ben ik bang om oud te zijn Ben ik bang om oud te zijn
Wanneer berusting tot mij komt In dagelijkse sleur vermomd En ik haar graag zal binnen laten En al wat pijn en vreugde heet Tot een gewoonte is versteend Die ik niet eens zo fel zal haten Wanneer m'n hart zich aan de gloed Van vroeger vuur verwarmen moet Dan weet ik dat ik oud zal zijn Weet ik dat ik oud zal zijn
Ik heb nog nooit de tijd gevreesd Die rimpels in m'n huid zal maken Maar doet hij droog en zoutloos smaken Wat fris en pittig is geweest Dan ben ik bang om oud te zijn Ben ik bang om oud te zijn
Wanneer de liefde langzaam slijt En dan tot heimwee wordt herleid Naar lang voorbije heldendaden Omdat het mooiste spel verveelt Als het te dikwijls wordt gespeeld En men iedere zet vooraf kan raden Wanneer ik liefde voor elkaar Niet meer als telkens nieuw ervaar Dan weet ik dat ik oud zal zijn Weet ik dat ik oud zal zijn
Ik heb nog nooit de tijd gevreesd Die rimpels in m'n huid zal maken Maar doet hij droog en zoutloos smaken Wat fris en pittig is geweest Dan ben ik bang om oud te zijn Ben ik bang om oud te zijn Ben ik bang om oud te zijn