Boer Bavo bebouwde plicht'lijk z'n land Hij betaalde belasting aan 't vaderland Hij ging elke zondag naar de mis Hij was op elke begrafenis
Hij zetelde in de gemeenteraad Hij gold als een toonbeeld van orde en maat Hij zorgde voorbeeldig voor zijn gezin Hij sprak vol lof over zijn boerin
In zeden en zaken zo solide Een tweede boer Bavo was er niet
refr.: Maar Bavo kneep de katjes in het donker Hij kneep de katjes bij nacht Hij kneep ze bij nevel, bij sterrengeflonker Hij kneep ze, maar kneep ze zacht En was er 'ns eentje dat weende of riep Geen mens die het hoorde of zag Boer Bavo kneep katjes in het geniep En ploegde z'n veld bij dag
Boer Bavo was lid van de kerkfabriek Hij zorgde voor kaarslicht en voor muziek Hij droeg een fakkel in elke stoet Hij heeft elke vastentijd geboet
Hij was een voorman, een ijveraar Hij ijverde vurig het ganse jaar Hij heeft zich stug elk plezier ontzegd Het hoofd rechtop en de blik onthecht
Boer Bavo was waarlijk zeer solide Een boer zoals men er zelden ziet
refr.
De eeuwigheid piepte op een kier Boer Bavo werd vreedzame rentenier In een herenhuis dicht bij de kerk Vanwaar hij de plek zag voor zijn zerk
Het werd een lijkmis vol pracht en praal De katjes waren er allemaal Ze luisterden stilletjes naar het sermoen Ze weenden maar konden er niets aan doen
Ze hadden om Bavo zo'n verdriet Hij was zo zacht en toch zo solide
Want Bavo kneep de katjes in het donker Hij kneep de katjes bij nacht Hij kneep ze bij nevel, bij sterrengeflonker Hij kneep ze, maar kneep ze zacht
De katjes kochten een grote tuil En knikten uit alle macht Toen de schepen zei bij d'open kuil 'Bavo ijverde dag en nacht'