D'een brengt voor geld de post aan je deur; de bakker bakt zijn brood, de naaister herstelt voor geld de scheur, de dokter verzacht je dood. De rechter bepaalt voor geld de straf; de rechter leeft van het kwaad, de grafmaker delft voor je geld een graf naar grootte en naar maat.
Maar de speleman zingt voor geld een lied; de speleman snijdt van zijn hart, hij schept uit zijn blijdschap en uit zijn verdriet, hij zingt en hij tokkelt en anders niet op klavier van vreugde en smart.
De speleman speelt en kijkt omhoog want daar hangen zijn dromen; van daar is't ook dat in een boog glanzende stuivers komen. Nee, hé, geen die meer dan de speleman biedt; de speleman geeft voor geld een lied!
Voor geld levert de boer zijn zwijn; de brouwer levert bier, voor geld levert de waard de wijn; het meisje wat plezier. De bankman levert zeer solied biljetten tegen pand, voor geld zijn ministers eerste piet en leveren vaderland
Maar de speleman zingt voor geld een lied; de speleman snijdt van zijn hart, hij schept uit zijn blijdschap en uit zijn verdriet, hij zingt en hij tokkelt en anders niet op klavier van vreugde en smart.
De speleman speelt en kijkt omhoog want daar hangen zijn dromen; van daar is 't ook dat in een boog glanzende stuivers komen. Nee, hé, geen die meer dan de speleman biedt; de speleman geeft voor geld een lied!