De dove die niks van 't gesprek had gehoord maar de dood met zijn zeisen zag zwaaien, begreep hoe de dood nu een voorstel deed om hen van de wereld te maaien. En hoewel de dove,zijn handicap moe vol vuur om de dood had gebeden werd hij overvallen door 't moedige idee dat hij lang niet genoeg had geleden… De dove stond op en sprak tot de dood: Ik heb me vergist 'k was een mens in nood. Mij werd jeugd en het licht gegeven, mijn ogen willen verder leven…
De blinde, van angst op zijn stoel versteven wist hoe de dood naar hem loerde. En hoewel zijn ziel naar de dood had verlangd was er iets dat plots in hem roerde. Zolang hij de dood niet had kunnen zien leek die hem het eind van zijn kwalen. Maar nu de dood ook zijn grafstem liet horen was angst in zijn hoofd komen dwalen.
De blinde stond recht en sprak tot de dood: 'k heb me vergist als een mens in nood. Mij werd jeugd en muziek gegeven; mijn oren willen verder leven. Wie het diepst was geschrokken van de drie was de stomme die zien kon en horen. Hij had ieder woord van de dood gehoord en zag ook zijn blik in hem boren. En de stomme die ook naar de dood had verlangd hoewel niet zo fel als de and' ren - bedacht wat hij, daar hij niet spreken kon zou doen om zijn lot te verand' ren… De stomme sprong recht en schudde van nee en wees naar zichzelf en naar d' and' re twee; hij was jong en hij wou verder leven. Maar een stomme kan slechts beven. Toen is de dood uit zijn stoel gerezen en keek hen om beurten aan. Hij zei dat ook geen van hen iets moest vrezen en dat ze naar huis konden gaan. En de dood met zijn zeis is de nacht ingegleden zonder smoking en stil langs een deur. Hij had het niet eens op die drie begrepen De dood maait naar WILLEKEUR.