Ik ben een doodgewone man precies als u En wat ik doe dat vind ik niet zo erg bijzonder Ik krijg van 't leven ook heel dikwijls op mijn donder Ik ben een superdoodgewoon individu Ik hou van doeken, boeken, Marsman en Peer Gynt En ik verveel me af en toe in een museum Maar als de zon schijnt zing ik 's morgens een Te Deum En ik zie vlaggen in de luiers van m'n kind
Ik fluit een liedje en mijn vrouw wordt een prinses Ik koop een ladder om haar 's avonds te gaan schaken Om te gaan slapen heb ik een vertrouwd adres En ik zal elke morgen nieuwe verzen maken Wij kochten kindjes, kindjes, kindjes, ieder jaar Om ze te tellen hielden wij een chef comptabel Want onze liefde is roestvrij inoxidabel En ik kreeg ridderordes van de ooievaar
Helaas, ik ben ook maar als u heel doodgewoon Iedere maand een beetje minder slank van taille En binnen twintig jaar waarschijnlijk een medaille Voor veertig jaar hetzelfde op dezelfde toon Wij hebben massa's vrienden, 't is een toffe kliek We hebben het leven zelden uitgemillimeterd We hebben God z'n schepping duizend keer verbeterd En we lijden allen stuk voor stuk aan romantiek
Daarom zing ik maar weer mijn liedje van de zon Zelfs in de winter heb ik thuis een paar Azoren En als het sneeuwt, pluk ik papavers in m'n koren En elke mus is voor mij charme van het chanson Misschien vindt u mijn gek gedoe wat idioot U leest de krant, de moorden en het bloedvergieten Terwijl ik sterren tel en mijn vergeet-me-nieten Mijn stukje vaderland, dat vraagt niet om m'n dood
Ik heb een wereldje van kant en broderie U kunt erbinnen zonder duur entreeticketje En ik verhuur u kosteloos een prettig flatje Uw zorgenkindjes mogen zitten op m'n knie En ik vertel ze van de blauwe krokodil Al zijn de sprookjes ook een beetje uit de mode Maar liever dat, dan dat van Auschwitz en de joden Want als ik daaraan denk, dan staat mijn muze stil