Jan Lul had in zijn leven Nog nooit een vlieg gestoord Nu draaide hij de bak in Op beschuldiging van moord Er waren geen motieven Hij had een alibi dat sloot Maar de rechter zat te slapen En vonniste de dood Ze zetten hem gevangen Omdat ook de jury zweeg Hij was koud opgehangen Toen hij gratie kreeg De beul die hem bevrijden moest Ging voor hem op de loop Want de strop die hij gestrikt had Kreeg je nooit meer uit de knoop
Zo bleef Jan uren hangen De zon scheen op zijn bol Zijn nek werd alsmaar langer Maar hij hield dapper vol Toen de zon begon te zakken Kwam Piet Snot voorbij Jan riep: "Je krijgt een zakdoek Als je mij bevrijdt" "Ik neem niks aan van vreemden" Zei Piet Snot en hij liep door De zon was al verdwenen En de lijkwagen reed voor Jan trilde van de zenuwen En baadde in het zweet Hij deed net of hij dood was Toen de kraai het touw doorsneed
Jan plofte op de aarde neer En juichte: "Ik ben vrij" De kraai die zich een aap schrok Viel naast hem neer en zei "Jij mag dan wel vrij zijn Maar nu hang ik jou op Ze blijven gratie geven Jij bent mijn vierde strop Ik kan het niet helpen Dat de wet zich heeft vergist Ik heb toch ook mijn kosten Wat dacht je van zo'n kist" Jan vocht voor zijn leven De kraai legde het af En sinds die dag rijdt Jan als kraai De doden naar hun graf
Jan Lul stond voor de rechter En de rechter voor Jan Lul