Ons land is klein, dat weet een ieder, dat hebben we op school gehad. Maar het kan groot zijn in zijn schoonheid, ik denk daarbij speciaal aan ’t Wad. De Zeeuwse wateren zijn ook prachtig, zoals in alle folders staat. Maar ze missen net dát wat ’t Wad heeft en wat zich niet beschrijven laat.
Als je bij eb door het kleffe Wad loopt en de klei zich aan je zolen kleeft, Zie je het licht van de Brandaris, dán besef je dat je leeft. Je loopt maar wat door ’t Wad te waden, tot je op oude schuiten stuit En je weet als straks de vloed komt, dan blaast de leider op zijn fluit.
(leider blaast op fluit)
Als je bij vloed gehaast weer terug moet, niet meer goed weet wat je doet, Dan kom je vaak op verraderlijke plekken, waar je blijft steken met je voet. Als de reddingsploeg dan uitblijft, worden velen in paniek gebracht Maar ik raad u aan dan eens te letten op…. …de schoonheid van het Wad bij nacht.
Zo kan ik nog wel uren doorgaan, totdat u denkt wat een O.H. is dat. Uw aandacht zou daardoor verslappen, dat zou ten koste gaan van het Wad. Want hoe wij hier dan ook bijeen zijn, van gematigd links tot radicaal, we moeten strijden voor de Wadden, in het belang van allemaal.
Want hoe wij hier dan ook bijeen zijn, van genieperig tot zeer gemeen, van horrelvoet tot slecht ter been, van knettergek tot schizofreen, we moeten strijden voor de Wadden In het belang van iedereen. Tot ’t nut, van ‘t algemeen…..