Ze brengen je ter wereld Maar het licht is veel te fel Ze pakken je bij de lurven En je krijgt meteen een lel Je hebt het koud Hangt te bleren op je kop Dan knippen ze het lint door Want de moederkoek is op
Wie is die man Die mij steeds wakker port Wie is die vrouw Die haar borst in mij leegstort Waarom, waarom Moet ik dat schuurpapier weer om En waarom draait die kleine meid Mijn arm steeds uit de kom
Je eet, je huilt, je slaapt Je groeit een week of tien Tot je eindelijk de smoelen Van die uitslovers gaat zien Er wordt van je verwacht Dat je vrolijk om ze lacht Maar ze zijn helemaal niet geestig En zo lelijk als de nacht
Wat doet die man Met die bril steeds in mijn buurt Wie is de vrouw Die de pap in mij plamuurt Waarom moet ik Eten als ik het vertik Terwijl dat kleine valse kreng Steeds in mijn ogen prikt
Die eerste negen maanden binnen Hield ik het nog wel Maar nu ik er zolang uit ben Weet ik; dit is de hel Ik zou het beste er aan doen Als ik meteen vertrok Maar dat kan niet, want mijn kop Zit klem tussen de spijlen van de box
Het is mijn pa Die steevast om me lacht Het is mijn ma Die me vetmest voor de slacht En wie loopt daar rond Met dat touwtje met een lus Dat is dat kleine valse kreng Mijn jaloerse zus
Ze roepen maar dat ze me Voor niemand willen ruilen En leveren me willoos over Aan de handen van het bezoek Wat kan je anders doen Dan hele dagen huilen Of je fles uitkotsen Op een pasgestoomde broek
En ze roepen maar dat ze Je niet willen missen Maar stoppen me dan zo in bad Dat ik bijna verdrink Wat kan ik anders doen Dan tegen de klippen op te pissen En een drol te draaien Waar het hele huis naar stinkt