De grote rollen heeft ze nooit gespeeld En van de kleine kon ze ook niet leven Nu is ze vijftig en dat is te zien Aan de manier, waarop ze zich verveelt En aan haar hals, die niets meer toe wil geven Maar aan haar ogen nog het allermeest misschien
Avond aan avond in 't cafe verwelkt ze als een bloem Na negen whisky-ijs en minstens twintig sigaretten Ze wordt nog steeds sentimenteel, wanneer ik namen noem Maar haar verdriet komt nooit meer verder dan haar ogen betten
Al haar perfecte minnaars van 't begin Gaan stilaan van hun AOW genieten En hoeven niet zo nodig meer zo hard Natuurlijk is ze best nog een vriendin Maar nu 1, die ze makk'lijk laten schieten Als ze hen steeds weer met een concurrent verwart
Zo af en toe roept ze nog wel eens dingen iets te luid Maar tegenwoordig resulteert dat enkel nog in stilte En nooit meer in de troost van warme handen langs haar huid Als tijd'lijke remedie tegen toegenomen kilte
De journalisten zeggen haar gedag En maken zich vervolgens uit de voeten Een vrouw van wie geen mens meer wakker ligt Het wachten is alleen nog op de dag Dat zij haar huilerig gedenken moeten Hun beste nieuws is immers necrofiel gericht
En toch, wat was ze mooi, wanneer ik oude foto's zie Zo mooi, dat dat natuurlijk door de jaren is bedorven Wanneer ik nu haar naam noem, vragen mensen aan me: "Wie?" Waarom is zij, toen het nog kon, niet prachtig jong gestorven?