Ik ben alleen, helemaal alleen Niemand om me heen, ik ben helemaal alleen
Maar ik heb wel een vader -die is dood- dan ben ik alleen Maar ik heb wel een moeder -die is dood- dan ben ik alleen Maar verder heb ik een hond -die is dood- dan ben ik alleen Maar dan loop ik naar de kruidenier En dan loop ik weer naar huis en dan ben ik weer alleen Helemaal alleen
Ik ben alleen, helemaal alleen Niemand om me heen, ik ben helemaal alleen
Ik ben al blij met een mus, een dooie mus Maar ik vind wel een weg, een doodlopende weg Helemaal alleen
Ik ben alleen, helemaal alleen Niemand om me heen, ik ben helemaal alleen
Maar ik krijg wel post -da's voor de buren- dan ben ik alleen Maar er wordt wel gebeld -dat zijn de buren- die halen de post Helemaal alleen
Ik ben alleen, helemaal alleen Niemand om me heen, ik ben helemaal alleen
Eigenlijk ben ik gewoon -en je gaat dood- ik ben doodgewoon En ik ga ook dood -dan ben je alleen- ik sterf alleen Helemaal alleen
Ik ben alleen, helemaal alleen Niemand om me heen, ik ben helemaal alleen
Ook als je sterft ben je alleen Want niemand om je heen Hij sterft alleen