Oordeel zelf: is dit een leven? Mij interesseert die rotzooi al geen fluit Als kind reeds heeft men mij de les gegeven: Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit
Van grote mannen roemt men vaak het leven Ze zitten met een boek en lege maag In vale krotten waaraan ratten knagen Ha, mijn portie kunnen ze aan Fikkie geven
Wie zo wil leven, gaat nou maar zijn gang Ik krijg er langzaam aan mijn buik van vol. Dit leven wordt toch zelfs een dier te dol En dan verdraagt een mens het ook niet lang
Alleen aan vrijheid heb je ook geen fluit Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit
Ik kon mezelf geheel en al begrijpen Als ik me groot en edel zal te wensen Maar tussen van die werkelijk grote mensen Zat ik hem voor die grootheid toch te knijpen
Armoe brengt wijsheid, maar ook veel verdriet En moet behalve roem ook bittere pijn En zit je arm en eenzaam groot te zijn Bedenk dan, als je die grootheid nu eens liet
Dan is het prompt met alle zorgen uit Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit