Paul Van Vliet

Arie

Paul Van Vliet


"Weet u wat het is, meneer?" vroeg de man naast mij aan de bar, "Het is
allemaal
niks. Uiteindelijk is het allemaal niks."
Hij vroeg of ik iets wilde drinken
Ik bestelde een biertje en hij zelf nam een flesje Spa
"Ik mag niet meer drinken," zei hij met een verdrietige glimlach, "Dan
maar
Spa-water. Dat je nog zover kan komen, dat je het laffe zweet van
druipsteen
grotten gaat zuipen! Maar ik mag niet meer drinken, niet meer roken en
niet
meer werken. Ik moet het kallem an doen. Ik heb strets. Dat komt zo,
meneer
ik heb een garagebedrijf. Automobielen zijn leuk, maar die klanten
maken je
hartstikke gek. Rustig sleutelen is er niet meer bij. Alles moet
gauw-gauw
ze trekken de hele dag aan je mouwen en de wagen moet altijd gisteren
klaar
zijn. Daar kan ik niet tegen, meneer. Ik hou van mijn vak en ik trek
mij
alles altijd persoonlijk an. Dan ga je je opwinden en dan komt van het
een
het ander. Je gaat meer roken, meer drinken en die koffieautomaat op de
zaak
daar kon ik ook niet van afblijven. En zo ga je in de fout. Rooie
vlekken in
mijn nek, zwetend slapen, nergens meer aardigheid in, hartkloppingen en
duizelingen. Toen zegt mijn vrouw: Arie, je moet naar de dokter voor
het te
laat is. Je stelt het uit, meneer. Maar uiteindelijk ga je dan toch
maar
Voor je eigen bestwil
Die dokter onderzoekt me en zegt: Arie, je hebt een onrustig hart en een
te
hoge bloeddruk. Jij moet het es kallem an doen. Je hebt strets
Nou meneer, dat doe je dan. Alles heel kallem an. 's Morgens drie keer de
krant
lezen en daarna je zelf overhoren of je het weerbericht al uit je hoofd
kent
Je gaat je huisje opknappen. Ook heel kallem an. Ik heb mijn keuken
geloof ik
zeven keer gewit. De kalk zit er drie vingers dik op. Een artistieke
jongen
kan daar zo een gedenkplaat in uithakken
En dan verder een beetje in het bos lopen. Want daar word je een met de
natuur en daar word je kallem van, zeggen ze
Maar dat bos is ook niks. Moet je op zondagmiddag komen. Het lijkt wel
of de
fabriek uitgaat. Daar loop je weer in de file. Goed, je zit dan wel
niet
achter een vrachtwagen, maar je blijft wel mooi hangen achter een oud
vrouwtje. En dat kan je toch ook niet zomaar in het prikkeldraad douwen
Tenminste niet waar iedereen bij is. En dan maar weer naar huis. Je
vrouw een
beetje helpen in de keuken. Ook heel kallem an. De capucijners een voor
een
opzetten
Maar thuis is het ook niks, meneer. De kinderen zijn het huis uit. En ik
heb
veel zorgen om mijn oudste zoon
Die jongen heeft een goeie kop met hersens. Hij heeft het Atheneum
afgelopen
Hij heeft alle kansen gehad, die ik nooit heb gehad. Hij heeft een
beurs
gekregen om te studeren. En nou is hij weer thuis. Om zichzelf te
ontdekken
zegt ie. Hij zit de hele dag op zijn kamer met van die afgesleten
tennis
schoenen en zo'n onbespoten brilletje: zichzelf te ontdekken
Ik zeg laatst: Jongen, ik zou er maar mee uitscheiden. Stel dat je
jezelf
ontdekt en dat je tegen valt
En met mijn vrouw heb ik het ook moeilijk de laatste tijd. Ik begrijp het
wel
want ik loop haar de hele dag voor d'r voeten en dat is ze niet gewend.
Dus
die wou ook iets voor zichzelf. Die is nou bij de vrouwenbeweging
Ze vergaderen op dit moment bij mij thuis. En ik mag er niet bij zijn.
Ik
bederf de stemming, zegt ze. Zeven stuks krijgen we er dan. Allemaal
strijdbare types. Het lijkt wel of je inkwartiering krijgt. En allemaal
in
T-shirts zonder BH. Die hebben ze weggedaan. Uit solidariteit. Dat is
niet
verstandig, meneer. Dat het gaat hangen, weten we allemaal. Als ik
slechte
ogen heb, gooi ik toch ook mijn bril niet weg uit solidariteit met de
blinden
Ja, u lacht erom, meneer, maar als ik 's nachts in bed lig, dan gaat het
allemaal malen in mijn overspannen kop
Mijn zoon en mijn zaak waar ik niet naar toe mag en al die enge dingen
die je
tegenwoordig hoort en leest. En dan voel ik me vaak zo beklemd, meneer.
Dan
zou ik het liefste even op willen schuiven tegen moeders warme rug.
Maar ik
wil haar niet wakker maken. Want ik denk dan: Blijf maar lekker liggen.
Jij
moet morgen weer vroeg op om de wereld te hervormen. En ik vind het
goed van
d'r. Ik heb daar respect voor. Als ze 's morgens de deur uit gaat, met
zo'n
stevige stap en stencils onder haar arm, denk ik: Ga je gang maar,
meisje
jij doet er wat an en van je Arie moet je het voorlopig toch niet
hebben
Maar 's nachts, meneer. Dan gaat alles malen in m'n overspannen kop. Dat
gaat
dat hart tekeer en dan zou ik best nog eens willen bidden. Hij moet
toch
weten hou het moet? Hij gaat daar toch over? Maar weet u meneer,
bidden? Ik
heb veertig jaar geleden voor het laatst gebeden, geloof ik. Als kind.
Voor
het eten: Here-zegen-deze-spijs-en-dranken-Amen. Maar dat ging zo vlug,
dat
herinnert Hij zich nooit. En dat kan je toch ook niet maken? Ineens na
veertig jaar aan komen zetten met: Ja, Lieve Heer, hier Arie. Herinnert
U
zich mij nog van Here-zegen-deze-spijs-en-dranken-Amen? Hij zal mij aan
zien
komen... Here-zegen-deze-spijs-en-drank... drank..."

Bij het woord 'drank' onderbrak hij zijn lange monoloog en likte aan zijn
lippen
Toen haalde hij diep adem en zei tegen de barman: "Max, geef mij een
dubbele
jenever."
Toen hij zijn glas had gekregen, draaide hij het eerst heel lang rond
Toen keek hij omhoog en proostte in de richting van de hemel en zei:
"Lieve
Heer, tot zo!"

Encontrou algum erro na letra? Por favor, envie uma correção >

Compartilhe
esta música

Ouça estações relacionadas a Paul Van Vliet no Vagalume.FM

Mais tocadas de Paul Van Vliet

ESTAÇÕES