Er hangt een huilbui als een onweer in elk van ons Maar je houdt je flink, je houdt je in Stel dat we dat niet deden kwam het met bakken naar beneden Stond het water ons al heel gauw tot de kin
Om de dingen die wij slikken, waar wij stilletjes in stikken Maar waar wij van blijven schrikken altijd weer Kinderen niet geboren voelen nergens bij te horen Hun jeugd voorgoed verloren, komt niet meer Om die kans die is verkeken, om dat plan dat is blijven steken Om het verzet dat is bezweken onder de tijd Om de dromen uitgekomen; onze dromen, mooie dromen Om illusies je ontnomen, kwijt
Hangt er een huilbui als een onweer in elk van ons Stel dat wij ons een keer lieten gaan Als de gene was verdwenen kreeg je het oeverloze wenen Met het tranen dweilen met de open kraan Om de drift die wij bedwingen, het verdriet dat wij verdringen Om de dingen die niet gingen als gedacht Die ontglippen en mislukken, die in scherven en in stukken Door ons onbegrijpelijk drukken dag en nacht Om een strijd voor niets gestreden, een geloof voor niets beleden Om een onvoltooid verknoeid verleden tijd Om dat steeds weer net niet halen Om die internationale van het totale menselijk falen wereldwijd
Hangt er een huilbui als een onweer in elk van ons Maar je houdt het leuk, je houdt je groot Stel dat we het lieten lozen ging het hier gigantisch hozen Dan had je alle dagen watersnood
Er hangt een huilbui als een onweer in elk van ons Tranen als het water van de zee En heel ons lange leven zal die boven blijven zweven Drijft die huilbui als een onweer met ons mee