Toen mijn moeder was gestorven Heb ik de dekens weggeslagen Van haar bed in 't ziekenhuis en stil staan kijken in de nacht Naar dat magere oude lichaam Het was net een mooi dood vogeltje Zoals ze moegestreden maar tevreden voor me lag
Ik heb haar toegedekt En daar nog wat gezeten Ik dacht: Dit is de eerste keer dat ik nadenk over jou Je hebt gebaard, je hebt gevoed Je hebt gesjouwd, je hebt getroost Wat gebeurt er in een leven veel met het lichaam van een vrouw
Als dat twaalf wordt of dertien Dan beginnen al de problemen Van elke maand een week van streek en wiebelig te zijn En als het dan wat voller wordt En ronder daar van boven Dan krijg je weer complexen van te groot of van te klein
En voortaan van dat moment af Moet dat lichaam zich beschermen Tegen hebberige blikken en handtastelijkheid En altijd weer proberen Om het evenwicht te vinden Tussen ongewenste en gewenste intimiteit
Dan komen mooie jaren Van zwanger en van baren Volle wiegen, volle dagen en veel vingers in de pap En er is nog niets te merken Van het dagelijks harde werken Want dat lichaam staat in bloei bij het blijde moederschap
Maar de jaren die verstrijken En er komt steeds meer voor kijken Om te zorgen dat het allemaal eruit blijft zien zoals toen Wat vaker naar de kapper En de schoonheidsspecialiste En de plastische chirurg kan ook nog heel wat voor je doen
Maar de spiegelbeelden leren: Het getij is niet te keren Dat lichaam heeft z'n werk gedaan Het is oud. En tot besluit Zegt de dokter: 'Ach, mevrouwtje Het is een kleine ingreep.' En met dank voor het gebodene, mag alles er dan uit
En elke botte macho Die dit niet kan bevatten En het lichaam van de vrouw niet met respect verwent Die moet zich met zijn maten In de kroeg maar gaan bezatten Daar heb ik maar een woord voor, en dat woord is Impotent