Jan Tamelijk gelooft niet meer in wonderen Hij staat veilig buiten schot te kijken aan de kant Boven het bizarre en bijzondere Dat hoeft voor hem niet meer Dat was zijn kinderland Gevoelig is belachelijk Je laten gaan is hachelijk Een kiem van enthousiasme Dat sterft in zijn sarcasme Hij zegt alles onder voorbehoud, gestuurd door zijn verstand
Jan Tamelijk gelooft niet meer in toveren Dat heeft hij wel gezien Heeft hij allang gehad Hij laat zich niet verrassen of veroveren De grenzen van zijn hartstocht Die liggen bij 'Dag, schat' Een glimlach voor de gekken Die nog iets willen ontdekken Een schamper schouderophalen Voor dromen of idealen Zijn hoogste compliment dat is Nou ja, het heeft wel wat
Jan Tamelijk gelooft niet meer in kinderen Dat is 'm veel te druk, dat is te veel gedoe Het zou zijn doen en laten te veel hinderen Je bent je vrijheid kwijt, kan nergens meer naar toe Het zijn onzekere tijden Liever risico's vermijden Wat heb je een nieuw leven In deze wereld nog te geven Hij wordt bij het idee alleen al huiverig en moe Jan Tamelijk, jij gaat mij op de zenuwen Mijn tenen trekken krom van jou logische gelijk
Het gaat mijn geloof in morgen overschaduwen Dus blijf zitten waar je zit en vooral: blijf uit mijn wijk Put jij maar je gelukje Uit je ingezonden stukje En stik in de frustratie Van jouw grauwe generatie Jouw schild ende betrouwen Is cyniusch afstand houen Ter zake en terzijde Niet lachen en niet lijden Daar kan je oud mee worden Als levend tame-lijk