Ik rij soms door de stad terwijl het donker is Als een verliefde kleine jongen, net als toen Eerst rij ik dan van zomaar ergens nergens heen En daarna denk ik: zal ik het nou doen
Dan rij ik langs je huis terwijl het donker is Als een verliefde kleine jongen, net als toen Ik scharrel bij je thuis terwijl het donker is En ik weet bij God niet wat ik daar moet doen
Ik kijk door binnen door de ruit Het ziet er heel behoorlijk uit Je hebt het aardig ingericht Goeie spullen, lekker licht Je hebt iets veranderd aan je haar Het hangt niet meer los, het zit bij elkaar En je bent iets dikker toch Maar misschien is dat gezichtsbedrog
Je mond beweegt, wat zeg je nou Lieveling, ik hou van jou Of, lieveling, wil je thee Je vraagt hem iets, hij schudt van nee Je lacht tevreden en gezond Je hebt nog steeds diezelfde mond Ik wil meteen bij je naar binnen Ik wil opnieuw met je beginnen
Ik rij weer weg van je huis terwijl het donker is Als die betrapte kleine jongen, net als toen Eerst rij ik dan van zomaar ergens nergens heen En daarna denk ik: zal ik het nou doen
Dan rij ik naar mijn huis terwijl het donker is Als die boze kleine jongen, net als toen Ik weet dat ik het dadelijk op een zuipen zet En ik wou dat wij dat samen konden doen