Hebben van die rusteloze voeten Lopen daardoor overal tegenop En 't is ook wel verwarrend wat ze moeten Een baan, een man, een kind en hogerop Rennen van hun werk, via de creche naar 't cafe En moet 't kind dan eerst naar bed, of nemen we 't mee En als je nog geen kind hebt: kan dat wachten of moet dat nu En eten we weer sousjies, of toch aardappels met jus
Meisjes van dertig, niet ongelukkig Meisjes van dertig, er net tussenin Te oud voor 't zomaar wat vlind'rende leven Te jong om een toekomst uit handen te geven Ze hebben succes en een heleboel plannen Maar krijgen daardoor vaak problemen met mannen Meisjes van dertig, vlak na 't begin Meisjes van dertig, d'r weer tussenin
Hebben iets van heimwee in hun ogen Hebben van dat doorgewaaide haar Willen best wat delen met de jongens Maar willen ook nog heel graag met elkaar Giechelen, net als vroeger, bij een drankje en muziek Giechelend langs de rekken van een lekkere boetiek Giechelen om niet te huilen, om de wereld en de tijd Maar een giechelende meid is niet op morgen voorbereid
Meisjes van dertig, niet ongelukkig Meisjes van dertig, er net tussenin Te oud voor: we zien wel, 't komt allemaal later Te jong nog voor wijn die vermengd is met water Voor altijd een vrouw; in gedachten soms even Dat meisje van dertien, dat wacht op 't leven Meisjes van dertig, maak d'r wat van Want 't leuke van dertig, dat alles nog kan