Vader weet je nog hoe of we door de polder zijn gegaan Grote man met kleine jongen aan de hand Ik moest mee, we gingen kijken, de natuur kleedde zich aan Het was mei en licht en vrolijk was het land En je leerde me de vogels We bekeken ieder blad En je zei me waar te kijken in het veld Ik wist zeker dat er niemand In de buurt een vader had Die zijn zoon zoveel geheimen had verteld
refr.: En als dan de zwarte aalscholvers Zich repten van hun nest Ons probeerden te verjagen van ons plek Dan zei jij: "Als je geen kwaad wil doen Dan voelen ze dat best Wees niet bang, ze doen alleen een beetje gek"
Vader weet je nog hoe of we door de straten zijn gegaan Met wel duizend mensen gingen we op pad Ik moest mee, we gingen lopen achter al die vlaggen aan Het was mei en licht en vrolijk was de stad Jij vertelde van die kerel Met die grote grijze baard En waarom die optocht eigenlijk wel was En we liepen in de lentezon En wandelden bedaard En we droegen rode bloemen op ons jas
refr.
Vader weet je nog hoe of je op een nacht bent doodgegaan Oude man met grote jongen aan de hand 'k Ging niet mee, ik bleef nog kijken, de natuur kleedde zich aan Het was mei en licht en vrolijk was het land Maar je schonk me alle schatten Die je zoal had vergaard Zodat er niet eens zoveel gestorven is Want ik heb ze allemaal En heb er nu nieuwe bijgespaard Nu de zoon de vader zelf geworden is
En wanneer de zwarte aalscholvers Zich reppen van hun nest En ook mij zullen verjagen van m'n plek 'k Heb geleerd: als je geen kwaad wil doen Dan voelen ze dat best 'k Ben dus niet bang maar 'k vind 't wel een beetje gek