Ik wil nou wel 'ns zeggen Wat ik heb met Rotterdam Wat zegt mij nou toch zo'n stad 't Is niet zo bijzonder Dat ik daar ter wereld kwam Of dat ik er een meisje had
Nee, het is wat anders Het zit dieper, dat gevoel Dat je voor een and're stad niet kent Ik ben er in een rare tijd Geboren, ik bedoel Kort voor het bombardement
Ik hoorde de sirenes niet Ik sliep gewoon, misschien Ik wist niet dat het brandde in de stad Maar toen ik het dan na de oorlog Allemaal mocht zien Vond ik het zo kaal en plat
Van de Ouwe Binnenweg Tot aan de Jonker Frans Zwierven we door die puinhoop rond En bij de Sint Laurens Had je altijd wel de kans Dat je daar een mooie schedel vond
In een groene woestenij Met soms nog een gebouw Speelden we 'n onbekommerd spel Onbewust van wat daar Allemaal weer komen zou Maar dat weten we nou dan wel
'k Stond er altijd bij Als de fundering werd gelegd Ik miste nooit een eerste paal Wat je van een binnenstad Toch niet zo dikwijls zegt Ik zag 'r bouwen... helemaal
Samen zijn we opgegroeid Ik ken je, Rotterdam We hebben het toch voor mekaar Vijftig jaren verder en daar ben je, Rotterdam Groot en sterk en kant-en-klaar
Kijk, dat wou ik zeggen Want dat voel ik nou en dan En wie vindt dat zoiets niet kan Die komt niet uit Rotterdam en snapt daar toch niks van Dus, daar heb ik mooi geen boodschap an