Iedere keer als ik m'n hoofd weer stoot Leg ik dadelijk mijn gevoelens bloot Berg m'n hoofd maar in mijn eigen schoot Weer een stapje dichter bij de dood Een stapje dichter bij het paradijs Een stapje dichter bij de lange reis Oh, als er toch eens een UFO kwam Die me ijskoud met zich mee nam Naar een plek waar niemand iets van weet Naar een onbekende lustplaneet Naar een ster waar ik opnieuw begin Daar had ik nu toevallig zin in
En dan kom jij Als een UFO in mei Als een schoteldebotel vlieg je voorbij Je werpt een lang touw Ik pak het dan gauw Je trekt me naar binnen Ons feest kan beginnen
Iedere keer dat ik ben ingestort En twijfel of ik nog wel 's tachtig word En denk: Kom, je moet wat worden opgepord Want hoe dan ook, het leven is zo kort Dan ga ik naar de haven, mijn terrein En hoop maar dat er eens een schip zal zijn Met man en muis en in mijn eigen kooi Met vrouw en vriend van allerlei allooi Naar een eiland waar niemand iets van weet Naar een onbekende lustplaneet Naar een strand waar ik opnieuw begin Want daar heb ik nu toevallig zin in
En dan kom jij Als een schoon schip in mei Als een hoteldebotel plezierjacht voorbij Je werpt een lang touw En kijkt scherp of ik 't vasthou Je trekt me naar binnen Om weer te beginnen
Iedere keer dat ik ben scheef gegaan En denk: Komt er nooit een einde aan Wat heb ik mijzelf weer aangedaan Ik ben dan zo met mijzelf begaan Dan stort ik me in de kaviaar Ben opeens de kleinzoon van de tsaar En ga over op de wodkatoer En roep dan: Loop maar naar je mallemoer Naar een plek waar niemand iets van je weet Naar een onbekende lustplaneet Naar een ster waar ik opnieuw begin Want daar heb ik nu toevallig zin in
En dan kom jij Als een mallemoer in mei Als een hoteldebotel glad wodka voorbij Je werpt een lang touw Uit je glazen gebouw Je trekt me naar binnen En het feest kan beginnen