Door 't stille woud gaan Hans en Liesje Samen naar hun dorpje toe In de ene hand houd Hans Liesje In de andere hand de koe Langzaamaan komt de schemer Zeggen dat de avond valt Liesjes pasjes worden kleiner Eindelijk houdt ze even halt
Plotseling, de stem van Liesje "Hans, jij voert wat in je schild" Hans zegt: "Kind, je ziet ze spoken Ik doe niks, ik weet niet wat je wilt"
Langzaam spreidt de nacht z'n sluier Over 't dichte, stille woud Liesjes pasjes worden kleiner Want ons Liesje was nog niet zo oud Liesje nam toen Hans z'n schouder Omdat hij de sterkste was En zo liepen ze samen verder In die kalme, rustige pas
Plotseling, de stem van Liesje "Hans, jij voert wat in je schild" Hans zegt: "Kind, je ziet ze spoken Ik doe niks, ik snap niet wat je wilt"
Het is nu volslagen nacht geworden Liesjes angst groeit meer en meer "Hans, je wilt met mij beginnen Denk toch aan mijn jeugd, mijn eer" Hans begon het te vervelen En hij blafte Liesje aan "Als ik werkelijk iets zou willen Dan zie je toch dat ik niet kan"
"Met een hand heb ik jou vast En die andere is met het touw van de koe belast Toen sprak Liesje "Malle jongen, bind die koe dan aan een paaltje vast"