Ik ben lange Leentje, en ik ben me d'r toch eentje Ik kom, wat je noemt, uit een eersteklas nest Toen ik werd geboren zei vader: "Moet je horen Dat kind, dat huilt net als een fanfare-orkest"
Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat werd m'n naam Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat werd mijn faam Is er iets mis of je wilt goeie raad Roep dan om Hoem-pa-pa
Ik deed alle klussies voor m'n broertjes en m'n zussies Ik bracht ze naar de school toe en ik deed ze in bed Ik was steeds 't hulpie in ons nederige stulpie Al hadden we geen centen, we hadden veel pret
Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn naam Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn faam Is er iets mis of je wilt goeie raad Roep dan om Hoem-pa-pa
'k Was op school 't beste in spijbelen en pesten Ze moesten me steeds hebben dus ik liet ze maar gaan Als er iets gebeurt was, vroeg meester met z'n brombas Terwijl-ie streng naar mij keek: "Wie heeft dat gedaan?"
Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn naam Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn faam Is er iets mis of je wilt goeie raad Roep dan om Hoem-pa-pa
'k Heb een gouwe hartje, ik geef m'n laatste kwartje Als je soms wat krap zit of je weekloon is op Wat je wel moet weten en nooit meer mag vergeten 'k Heb zelf vaak geen centen, dus dat is een strop
Maar, Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn naam Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn faam Is er iets mis of je wilt goeie raad Roep dan om Hoem-pa-pa
Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn naam Hoem-pa-pa, Hoem-pa-pa, dat is mijn faam Is er iets mis of je wilt goeie raad Roep dan om Hoem-pa-pa