Toen ik vier was hoorde ik een muis op zolder Hoempapapapa, hoempapapa Ik rende naar beneden, holderdebolder Hoempapapapa, hoempapapa En ik dook als een paling onder mama's rokken Hoempapapapa, hoempapapa Tjonge, tjonge, tjonge, wat was Riaatje geschrokken Hoempapapapa, hoempapapa En hoor ik nou wat in een donkere hoek Dan doe ik bijna in m'n broek
refrain: Moeder, wat ben ik bang Moeder, wat ben ik bang Moeder, wat ben ik bang Moeder, wat ben ik bang Wat ben ik bang, wat ben ik bang, wat ben ik bang
Op m'n zeventiende kuste mij m'n eerste jongen Hoempapapapa, hoempapapa En van schrik zijn de veters uit m'n schoenen gesprongen Hoempapapapa, hoempapapa Want hij zei: "In 't donker, daar gaat het stukken beter" Hoempapapapa, hoempapapa En hij kwam op me af als een menseneter Hoempapapapa, hoempapapa En hij deed zijn jasje uit In het donker, en ik riep luid
refrain:
O, ik ben al bang (wat ben ik bang) Van paars behang (wat ben ik bang) En van m'n schaduw op straat (wat ben ik bang) En van een klok die slaat (wat ben ik bang)
En nou ben ik getrouwd, maar voordat ik in bed kruip Hoempapapapa, hoempapapa Kijk ik eerst of t'r niemand onder m'n bed sluipt Hoempapapapa, hoempapapa En elke nacht wil ik het licht aan houwen Hoempapapapa, hoempapapa Maar gisteren liep het wat uit de klauwen Hoempapapapa, hoempapapa Er beet iets in m'n grote teen 't Was de kat, maar ik gilde meteen