Marie had eenenveertig jaren lang haar eer bewaard Maar toen Johannes op kwam dagen ging ze van de kaart Een kerel uit 1 stuk, ze had nog nooit zo'n stuk gezien En hij bood daad'lijk aan om haar te trouwen bovendien En dus leek op de dag van 't huw'lijk alles koek en ei Des morgens tegen achten stond er al een hele rij Van bloed- en aanverwanten voor het huis der bruid op wacht Want naar zo'n feestje hadden ze al twintig jaar gesmacht Om tien uur mochten ze dan eindelijk naar binnen gaan Maar daar bleek al onmid'lijk, dat er iets was foutgegaan
Er waren geen corsages, corsages, corsages Ach jee, wat een blamage voor de vader van de bruid Er waren geen corsages, corsages, corsages En als dan alles misloopt, maakt dat ook geen moer meer uit
Om klokke twalef reden zeven autobussen voor Al toet'rend op de maat van Casanova's 'Nonnenkoor' En ook al was dat niet het 'Bruidskoor', dat men had bedoeld Toch vonden ze het allemaal heel fijntjes aangevoeld Toen iedereen was ingestapt en men vertrekken wou Riep Ome Hendrik plots'ling: "Waar is Tante Miepie nou?" Die bleek nog in het huis te zijn en wel op het toilet: De arme stakker kreeg het knipje niet meer van 'bezet' Men rammelde en rukte, maar de deur die bleef potdicht Zodat men hem op 't laatst maar uit zijn hengsels heeft gelicht
Er waren geen corsages, corsages, corsages Ach jee, wat een blamage voor de vader van de bruid Er waren geen corsages, corsages, corsages En als dan alles misloopt, maakt dat ook geen moer meer uit
Zo arriveerde men op het stadhuis een uur te laat De ambtenaar in functie was dan ook ontzettend kwaad Hij schreeuwde: "Dacht U, dat ik hier mijn dure tijd aan gaf? Zegt U maar effe "ja", dan bent U overal van af!" Daarna de kerk, waar alles ook te wensen over liet: Er was geen mens te zien en de verwarming deed het niet En toen men na veel zoeken eindelijk de koster vond Keek die hen minstens tien seconden aan met open mond Om dan te zeggen: "Ik zie echt niet op tegen het werk Maar jullie zitten volgens mij in de verkeerde kerk"
Er waren geen corsages, corsages, corsages Ach jee, wat een blamage voor de vader van de bruid Er waren geen corsages, corsages, corsages En als dan alles misloopt, maakt dat ook geen moer meer uit
Toen de receptie aanbrak slaakte men een diepe zucht Maar hier waren de moeilijkheden ook niet van de lucht Bij 't zoenen van de bruid maakte Neef Adolf zo'n misbaar Dat hij tenslotte afgevoerd moest worden per brancard Nicht Truus kreeg twee keer een glas wijn in haar decollete Maar ach, op dat gebied gold Nichtje Truus ook wel voor twee En neef Jozefus die liep eveneens wat in het oog: Die kreeg na urinoirbezoek zijn rits niet meer omhoog Intusssen kreeg het jonge paar cadeaus op elk gebied Waaronder veertig vaasjes, want die hadden ze nog niet
Er waren geen corsages, corsages, corsages Ach jee, wat een blamage voor de vader van de bruid Er waren geen corsages, corsages, corsages En als dan alles misloopt, maakt dat ook geen moer meer uit
Bij het diner leek iedereen een beetje uitgeblust Voor d'eerste keer die dag kwam de familie wat tot rust Men at zijn karbonade en men hield zelfs zijn gemak Toen Oudoom Krelis daar zijn nieuwe kunstgebit op brak Maar net onder de pudding klonk gestommel bij de deur Er kwam een vrouwtje binnen met een hoge rode kleur Die schreeuwde naar Johannes: "Ploert, je bent met mij getrouwd!" En mepte hem vervolgens met haar handtasje knock-out Zo eindigde het sprookje in een drama regelrecht Maar weet U wel, wat de familie daar nu over zegt?
Er waren geen corsages, corsages, corsages Ach jee, wat een blamage voor de vader van de bruid Er waren geen corsages, corsages, corsages En als dan alles misloopt, maakt dat ook geen moer meer uit