Hij kwam naar Amsterdam toe om te gaan studeren En voor de meiden, maar daar wist geen mens wat van En dat was enkel ook nog maar een wazig plan Wat ervan komen zou, dat zou de toekomst leren Hij vond een kamer voor de prijs, die hij wou geven Met vrije opgang en na elven geen bezoek En na het kopen van zijn eerste studieboek Had hij de indruk, dat hij eind'lijk echt ging leven
Toch viel het hem van het begin af aan wat tegen Want daad'lijk vrienden maken lukte hem maar slecht En God was dood, dat had geen mens hem ooit gezegd Maar plots'ling zag hij de bewijzen allerwegen En alle kennis, die hij opdeed uit zijn boeken Bleek, als het erop aankwam, maar ten dele waar En voor geen enk'le vraag was er een antwoord klaar En hij wist ook niet goed, waar of hij het moest zoeken
In vrouwen zat het niet, dat had hij snel bekeken Al bleef er op gezette tijden een vriendin In drinken of in roken zat het evenmin En spuiten had hem altijd veel te link geleken Een tijd zag hij het in de politiek wel zitten Maar op den duur bood dat hem ook niet meer genoeg Van toen af zat hij alle nachten in de kroeg En lag hij alle dagen op zijn bed te pitten
Totdat zijn vader op een dag zei: 'Je kunt kiezen Je doet je studie of ik trek je maandgeld in' Toen gaf hij toe, want protesteren had geen zin En stilaan had hij toch al niets meer te verliezen Niemand of niets kreeg nog de kans hem te bedotten Hij maakte snel zijn studie af en slaagde knijp En keerde Amsterdam de rug toe. Hij was rijp Genoeg om ergens in den lande te verrotten