Ik ben een vrolijk biggetje, al ben ik nog maar klein 'k Heb vijftig broers en zusjes en dat vindt m'n moeder fijn Door vrolijke hormoontjes Krijgt ze dochtertjes en zoontjes Die dan na een maand of acht Gezellig op transport gaan en dan worden ze geslacht
Knor knor, joeghei O, wat een vrolijk leventje Knor knor, joeghei Wat heerlijk leven wij
Ik ben een vrolijk biggetje, ik heb ontzettend dorst Maar na een week of drie mag ik niet meer aan mama's borst Dan krijg ik varkentjesdiner En daardoor krijg ik diaree Maar da's niet erg, hoor Want daar heeft onze baas gelukkig medicijntjes voor
Knor knor, joeghei Dat vinden wij niet erg, hoor Knor knor, joeghei Hoe kom je daar nou bij
Ik ben een vrolijk biggetje, ik lach de hele tijd Al ben ik dan m'n tandjes en m'n kleine staartje kwijt En strakjes word ik onverdoofd Ook van m'n balletjes beroofd Dat doet wel even pijn Maar anders zou m'n smaak ook niet zo overheerlijk zijn
Knor knor, joeghei We leven echt voor u, meneer Knor knor, joeghei We zijn er lekker bij
Ik ben een vrolijk biggetje, zo opgewekt en blij We hoeven niet naar buiten om te spelen in de wei We mogen met z'n allentjes In heel speciale stalletjes Waar 't zonlicht nooit zal zijn En straks liggen we lekker in 't schap bij een grote supermarkt
Knor knor, joeghei We trappelen van ongeduld Knor knor, joeghei We komen niet meer bij
Ik ben een vrolijk biggetje, m'n moeder is een zeug Ze heeft me nu al uitgelegd waar 'k allemaal voor deug Voor karbonaadjes en sateh Gehakt en worst en voor pate En als ik eenmaal ga Dan zit ik lekker boordevol antibiotica
Knor knor, joeghei Dus schep nog maar 'ns op, mevrouw Knor knor, joeghei Gezond voor jou en mij
Knor knor, joeghei We leven echt voor u, meneer Knor knor, joeghei We zijn er lekker bij
Knor knor, joeghei We trappelen van ongeduld Knor knor, joeghei We komen niet meer bij
Knor knor, joeghei Kom, schep nog maar 'ns op, mevrouw Knor knor, joeghei Gezond voor jou en mij
"Mammie? Ja, schat Waarom worden wij maar acht maanden Anders worden we te duur Hoe oud werden we vroeger dan, mam O, vroeger konden we wel veertien worden O, werd dat dan niet te duur Nee, want toen aten we 't afval van de mensen O En dat was niet duur en heel nuttig Ja En ook nog lekker Ik weet nog dat jouw over-, over-, over-, overgrootmoeder op een boerderij in Gelderland woonde waar ze een heel weiland tot haar beschikking had om fijn in te grazen en in de modder te rollen En als 't dan koud werd, dan ging ze de stal binnen En jouw over-, over-, over-, overgrootvader, die had een prachtige krul in z'n staart"