Er komt een tijd, mijn vriend Althans, dat valt te vrezen Dat alles anders is geworden, ongemerkt De jaren hebben op ons leven ingewerkt En naar ons lijf zal niemand meer nieuwsgierig wezen
Oh ja, de zelfkant zal ons lokken, net als nu De onrust zal ons altijd wel blijven bekruipen Maar dat we 's nachts, teleurgesteld, onszelf bedruipen Is niet zo'n bijster onwaarschijnlijk deja vu
De ranke knaap, de norse god, bekijkt ons snel Maar wendt de blik hooghartig af. Hij heeft gelijk Hij kijkt naar ons zoals ik ook naar prooien kijk: Jij bent mijn type niet, jij ook niet. Ja, jij wel!
Er komt een tijd, mijn vriend En sneller dan we hopen Dat onze rollen in de lust zijn uitgespeeld Dat we betalen voor wat nu wordt uitgedeeld We zullen hooguit nog illusies kunnen kopen
De ranke knaap, de norse god, bekijkt ons kort En noemt zijn prijs. Okee, we kunnen wat verteren Maar nimmer zal hij ons een ogenblik begeren Laat staan dat hij er geil of wat dan ook van wordt
Er komt een tijd, mijn vriend Ja, ook in ons geval Dat wij verschrompeld zijn tot twee bejaarde mieën Met huis en haard en opgeklopte fantasieën Die onze video geduldig tonen zal
Er komt een tijd, mijn vriend Vooruitzien is regeren Dat jij en ik - te oud en breekbaar als kristal Nog samen zijn en in ons wederzijds verval Elkaar begrijpen, soms zelfs lachen, en waarderen
De ranke knaap, de norse god, is uitgeteld Er heersen nieuwe ranke, norse, jonge goden Die ons op afstand al met 1 blik kunnen doden En onverschillig zijn voor ons en voor ons geld
Er komt een tijd, mijn vriend Dat enkel jij nog telt