Toen ik klein was zei m'n vader Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Als je jong bent, is het leven lang niet slecht Als je jong bent, ligt de hele wijde wereld voor je open En je kunt van alles dromen en je kunt van alles hopen O, dat heeft ie me wel honderd keer gezegd Ja, m'n vader zag nog toekomst in 't verschiet Wie nu vader is ziet dat waarschijnlijk niet
refren': Heeft 'n kind nog wel een toekomst voor de boeg Is er eigenlijk geen rottigheid genoeg Want als ie groot is Als ie niet dood is Zal ie leugens moeten slikken Heel veel onrecht moeten pikken En z'n vrienden laten stikken als dat moet Zich verschuilen achter woorden En z'n medemens vermoorden En een smoes verzinnen waarom ie dat doet Is de toekomst voor een kind nou wel zo goed
Toen ik klein was, zei m'n moeder Later zul je pas beseffen Dat je jeugd een leuke tijd was, lieve schat Voor de grote, boze wereld kon je thuis nog veilig schuilen Gauw een kusje op een schaafwond en een koekje voor het huilen Ja, m'n moeder heeft beslist gelijk gehad Maar voed je nu een kind beschermd en veilig op Krijgt hij straks misschien een kogel door z'n kop